Partnerpensioen, wat is dat en hoe werkt dat?

Binnen een pensioenregeling is meestal sprake van een partnerpensioen. Dit pensioen wordt uitgekeerd wanneer je voor de pensioendatum komt te overlijden tot het moment waarop je partner komt te overlijden.

De hoogte van het partnerpensioen is nu nog afhankelijk van je salaris en het aantal jaren dat je in dienst kunt zijn, hoe langer dit is hoe hoger het partnerpensioen. Let op het gaat niet om hoe lang je in dienst was op het moment van overlijden, maar om het aantal jaren dat ligt tussen de datum in dienst en het moment van bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Hoe langer het dienstverband hoe hoger het verzekerde partnerpensioen. Bijvoorbeeld, een werknemer die in dienst komt op 21-jarige leeftijd kan 47 jaar in dienst zijn. Veel dienstjaren dus en daarmee een goed partnerpensioen. Iemand die met 60 jaar in dienst komt kan maar 8 jaar in dienst zijn en zal dus een veel lager partnerpensioen hebben. Dit heeft tot gevolg dat elke keer wanneer je van werkgever wisselt je bij een volgende werkgever minder dienstjaren kunt maken en daardoor minder partnerpensioen is verzekerd.

Nu denk je dit zal geen probleem zijn wanneer je als werknemer bij een vorige werkgever ook partnerpensioen hebt opgebouwd, maar dat is meestal niet waar. Bij veel pensioenregelingen vervalt het partnerpensioen op het moment dat je uit dienst gaat. Hierdoor heb je steeds minder partnerpensioen hebt als je wisselt van werkgever.

Iemand wordt gezien als een partner wanneer je gehuwd bent, een geregistreerd partnerschap hebt of onder specifieke voorwaarden, wanneer je samen woont. Ook als je pas later een partner krijgt of van partner wisselt, geld het pensioen voor de partner tijdens overlijden. Na het overlijden dient de partner aan te tonen dat men gehuwd, een geregistreerd partner of samenwonend was.

Met de invoering van de nieuwe pensioenwet, in mei van 2023 is dit probleem opgelost. Je partnerpensioen is niet meer afhankelijk van het aantal dienstjaren en er is een vast percentage van het salaris verzekerd. Vanaf 2028 is dit voor iedereen gelijk, tot die tijd is er een overgangsperiode.

Stel de werkgever heeft in de pensioenregeling 30% van het salaris als partnerpensioen verzekerd. Dan maakt het niet meer uit of een werknemer op 21- of op 60-jarige leeftijd in dienst komt, in beide situaties is 30% van het salaris verzekerd. Informeer bij je werkgever of jouw pensioenregeling al voldoet aan de nieuwe wetgeving.

Wist je trouwens dat je zelf op vrijwillige basis ook extra partnerpensioen kunt verzekeren, maximaal tot 50% van het salaris.